Mijn groene hart

Mijn oma had groene vingers, enorm groene vingers. Zodra een plant bij haar in huis kwam, groeide hij, kwam hij tot bloei of tot leven. Mensen die planten weg wilden gooien omdat ze ‘het niet meer deden’, werden door oma meegenomen en verzorgd en vaak kwamen er al weer snel nieuwe blaadjes of takjes tevoorschijn. Ik lette altijd op hoe oma dat deed. Ze voelde altijd even aan de grond of hij nog vochtig was, keek even naar alle blaadjes en gaf ze alleen water als ze dacht dat het echt nodig was. Oma zette op zaterdagochtend ook alle planten onder de douche. Ik vond de geur die zich dan door haar kleine huisje verspreidde heerlijk. Ik had altijd het idee dat al het groen en alle bloemen het naar hun zin hadden in mijn oma’s huis. Alsof ze genoten van haar aanwezigheid.

Nog niet zo lang geleden heb ik afscheid moeten nemen van mijn oma. En afgelopen week besefte ik ineens dat ik sinds dat moment nog veel meer groen in ons huis wilde. Niet eens bewust, maar het is alsof mijn ziel op die manier haar aanwezigheid door mijn handen heen voelbaar wil houden. Als ik langs alle planken, ramen en vensterbanken in ons huis loop om mijn urban jungle [in the making] te voeden, zie ik oma in mezelf. Ik voel of de grond nat, droog of vochtig is, ik bekijk of blad er mooi bij staat, krult of misschien verkleurt. Ook valt het me op of een plant gegroeid is en terwijl ik zo in de rust met al het groen in onze huiskamer en keuken bezig ben, komt er altijd een intens gevoel van tevredenheid over me heen. Een gevoel van dankbaarheid en verwondering over hoe mooi de natuur is en hoe zij ons kan sterken, bemoedigen en stil maken. En dan heb ik het alleen nog maar over de planten in huis en niet eens over de tuin, het bos achter ons huis of de vennen bij ons aan de overkant van de weg. Al die verschillende groene levens in ons huis vrolijken ons hart op, maken het leven op een bepaalde manier aangenamer en doen me thuiskomen. Wat is het mooi om ’s avonds een paar uur alleen maar planten te verzorgen. Om nergens anders aan te denken dan aan blaadjes, water, bloempotjes en water. Veel mensen hoor ik voortdurend zeggen dat ze zo druk zijn, dat hun agenda van de vroege ochtend tot de late avond gevuld is, dat ze geen tijd voor hun gezin hebben, maar tegelijk zo enorm verlangen naar rust en samenzijn. Op die momenten denk ik aan mijn oma, bij wie het verzorgen van de tuin en de planten in huis gewoon deel van haar dagelijkse leven was. Ze had een bezig leven, met kinderen, pleegkinderen, mensen voor wie ze zorgde, activiteiten in de kerk, zieke mensen voor wie ze kookte, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ze kwam alleen nooit druk over [zei ook nooit dat ze dat was] en nam hoe dan ook op zaterdagochtend de tijd om alle planten in huis te verzorgen. Daarbij liep ze elke dag even door de tuin. Ze haalde dan onkruid weg, snoeide een boompje, haalde uitgebloeide knoppen uit planten en veegde ook de stoep nog even aan. Die momenten waren haar momenten van stilte en wat ze met haar planten deed, deed ze ook met haar hart. Dat vertelde ze me toen ik ouder werd en steeds meer verlangde naar rust en stilte en daar heel veel vragen over had. Zo vertelde ze me op een dinsdagavond in november:

“Als ik onkruid uit de tuin haal, visualiseer ik ook het onkruid in mijn eigen hart. Ik trek het eruit, schoon mijn hart op en loop vervolgens naar een volgende plant. Als ik daar dode knoppen uithaal, stel ik mezelf de vraag welke activiteiten in mijn leven tot een einde zijn gekomen, of van welke situaties of mensen ik afscheid mag nemen. Als ik nieuwe bloemen inzaai, zie ik uit naar nieuwe situaties waarin ik uit kan delen wat me gegeven is.”

Nu onze boerderij zich steeds meer vult met allemaal verschillende planten [en bloemen], verlangt mijn hart steeds meer om daadkrachtig zoals mijn oma te zijn. Om mijn hart te onderhouden, te zuiveren, tot bloei te laten komen en vrucht te laten dragen en daar elke dag, in stilte, de tijd voor te nemen. Ik wil het onderdeel laten zijn van mijn agenda, zonder me te verontschuldigen. Ik wil het net zo waardevol vinden als mijn werk en als vriendschappen die ik onderhoud. Want ik geloof dat de tuin van ons hart kostbaar is, of het nu een mooi aangelegd tuintje is of een prachtige wildernis. Welk onderhoud er ook nodig is, ik wil vol overgave blijven genieten van alles wat groeit, bloeit en zorg nodig heeft. Zo hoop ik steeds meer vrijheid te creƫren om te [blijven] genieten van het groen in mijn eigen en andermans hart.