Het is zoals het is

Ik was 18 jaar toen ik met mijn eerste opleiding begon. Na lang nadenken en zoeken had ik besloten om de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening te gaan doen. Achteraf gezien had ik beter Maatschappelijk Werk kunnen doen, maar hey, ik heb mijn diploma op zak en heb daar tot nu toe erg leuke dingen mee gedaan.

Een van de thema’s die voor mezelf tijdens de opleiding telkens naar voren kwam, was het ontdekken waarom ik deed wat ik deed, waarom ik dacht wat ik dacht en waarom ik voelde wat ik voelde. Met mij waren heel veel andere enthousiaste en integere klasgenoten daarmee bezig. Hierdoor ontstond er [in my humble opinion] een psychoanalytisch bolwerk van jongvolwassenen die een soort Messias-complex kregen omdat zij met hun zelfinzicht, passie en visie, de hele wereld wilden redden. Zonder ons zou hulpverleningsland nergens zijn. Onze idealen verbonden ons met elkaar, waardoor er ook veel ruimte was om aan onszelf te werken, zoals we dat mooi noemden. Hier werden vooral veel hokjes en vakjes voor gebruikt, terwijl we daar tegelijk allergisch voor zeiden te zijn.

Het was prettig om open te kunnen zijn over alles wat je bezighield. Maar toch kan ik niet ontkennen dat het voor mij ook ongemakkelijk voelde dat we zo in ons verleden en zo in andermans onze emoties zaten te wroeten. Want zo ervoer ik dat ten diepste, ook al zei ik daar niets van en deed ik zelf net zo hard aan mee aan het hele gebeuren. We hielden elkaars gedrag onder de loep en probeerden elkaar te helpen om sterke en gezonde volwassenen te worden. Maar wat wisten we nou eigenlijk op die leeftijd….? We waren jong, leerden Freud en Jung kennen, pasten alle theorieën die we leerden omslachtig toe op ons eigen leven en op het leven van de mensen om ons heen, en zo waren we met elkaar op weg naar het moment dat we ons diploma zouden ondertekenen. Want dan zouden we eindelijk kunnen laten zien dat wij de gemiddelde hulpverlener toch wel overtroffen.

Nu chargeer ik natuurlijk enorm een beetje, maar tegelijk is dit wel hoe ik een groot deel van mijn studiejaren heb ervaren. Vaak voelde ik me verloren en als ik heel eerlijk ben, ontnam ik met al dat psychologische gedoe mezelf de ruimte om gewoon te zijn. In het nu, met alles erop en eraan, zonder alles uit te leggen en verantwoorden.

Inmiddels ben ik twintig jaar verder, denk ik niet meer dat ik alles [beter] weet en ben ik zelfs flink allergisch geworden voor alles wat riekt naar labelen, generaliseren en psycho-analyseren. Dat wat ik voelde toen ik student was, is er nu gewoon. Ik ben niet meer bang daar eerlijk over te zijn en heb al helemaal de behoefte niet meer om me sociaal aan te passen om vervolgens bij een groep te kunnen horen. Want wat ik ook bedenk over mezelf of een ander, het is nu eenmaal wat het is! Ik kan dagen, maanden of jaren gaan uitzoeken waarom ik liever thuis in de stilte mijn ding doe en waarom ik er niet van houdt om voor een groep te spreken. Maar ik kan ook zeggen: “Ik houd er gewoon niet van. Punt.”

Doordat ik de SPH en nog wat opleidingen en trainingen gedaan heb, is er een beetje ingeslopen dat je alles tot op het bot moet uitzoeken. Dat je voortdurend aan jezelf moet werken. Dat alles een naam moet hebben [zodat je jezelf goed kunt uitleggen] en dat het belangrijk is dat je emotioneel in beweging blijft. Nu zie ik daar nog steeds de waarde van in [tot op zekere hoogte], maar sinds een jaar of tien is mijn hart steeds meer afstand gaan nemen van die manier van denken. Niet omdat het per definitie fout is, maar omdat mijn hart er veel blijer van wordt om te zeggen: “Het is zoals het is, vandaag is vandaag en vandaag voel ik me zoals ik me voel, en morgen is er weer een dag.” Het geeft me rust om niet voortdurend naar binnen te kijken. En om dat eindeloze gevoel om mezelf te moeten verklaren en verantwoorden gewoon eens aan de kant te zetten. Want hoe ik het ook went of keer en hoe ik me vandaag ook gedraag en wat ik vandaag ook zeg of doe, het is wie ik vandaag ben. En de vrouw die ik ben en die jij vandaag ontmoet, is waar zowel jij als ik het mee moeten doen.

Ik kan alles wat ik zeg of doe wel gaan uitleggen en verdedigen. En ik kan je wel vertellen waarom ik met bepaalde dingen in het leven worstel, zodat jij ik mezelf me beter kunt kan plaatsen. Maar heel vaak voegt het helemaal niets toe, behalve dat je mij misschien een beetje beter begrijpt. En dat besef is voor mij heel erg bevrijdend. Ik denk namelijk al genoeg na over mezelf, verontschuldig me al genoeg en kan al veel te gedetailleerd uitleggen waarom ik zo lekker geïrriteerd kan reageren op bepaalde mensen of situaties. Maar linksom of rechtsom, het is zoals het is. En als ik het leven op die manier aanga, zal datzelfde leven mij ook wel mijn eigenaardigheden doen ontmoeten, en me de moed geven om op de juiste tijd de juiste uitdagingen aan te gaan.

Het is zoals het is. Het is een uitspraak die mij rust geeft om mijn eigenheid zonder eeuwige excuses te omarmen. Om het hier en nu te accepteren. En om er kwetsbaar op te vertrouwen dat mijn verlangen om te leren en te groeien, voldoende is om dat wat nog gepolijst mag worden aan mij, vanzelf zal gebeuren. Gewoon zoals het komt, gewoon zoals het is.